maandag 27 juni 2022

Maandag 27 juni – dag 7: Gjerde/Jostedalen – Lom

Eerst kom ik nog even terug op een mooi voorval van gisterochtend, vlak voordat wij vertrokken uit Aurland. Opeens zagen we aan de overkant van de woest kolkende bergbeek een troepje gemankeerde witte monniken. Man, vrouw, zoontje van een jaar of 10. De mannen begaven zich uiterst behoedzaam richting water, deden hun badjassen uit en dompelden zichzelf heel snel een paar keer onder in het ijskoude water. De dame keek het even aan en besloot het te houden bij het maken van een filmpje. Vanaf het terras van een cabin iets verderop klonk luid applaus bij de tewaterlating, terecht! Misschien kwamen ze wel uit de sauna, wie zal het zeggen. Wij moesten er persoonlijk niet aan denken.

Het eerste wat ik zag toen ik vanmorgen de deur opendeed was een uittocht van campers: de Italiaanse variant van ‘We zijn er bijna’ zette zich langzaam in beweging. Later hoorden we van de vriendelijke beheerder dat ze normaal nooit groepen toeliet, omdat het een kleine camping is, maar voor deze mensen maakte ze een uitzondering omdat ze hier al jaren kwamen. En aangezien ze ook allemaal in de categorie bejaard vielen waren ze heel rustig en niemand tot last. Wat klopte. Wij zullen zelf vermoedelijk ook niemand tot last zijn, behalve als we teveel drank op hebben (maar dat is niet vaak meer het geval).

Vanmorgen maakten we gebruik van het koffiezetapparaat in de campingkeuken. De koffie smaakte alsof we thuis waren, wat niet zo gek was want we konden het zetten in hetzelfde type Mocca Master dat we in onze eigen keuken hebben. Werkelijk álles was hier aanwezig, tot een afwasmachine aan toe. En alles ook even spic en span. De douche was niet zo’n klein benauwd hokje, waar het onmogelijk is je sokken droog aan te trekken, maar een ruime badkamer annex wc.

De lucht zag er dreigend uit, dus we gingen vlug op pad. Naar de Nigardsbreen, een grotere uitloper van de Jostedal-gletsjer dan die van gisteren. Bij het plaatselijke supermarktje kochten we nog snel een krakend vers bruin brood en een paar croissantjes. Op naar de parkeerplaats van de Nigard. Nou, die dreigende lucht was allang niet dreigend meer: het góót. We hebben uit de auto nog wel wat foto’s gemaakt maar eigenlijk was het geen doen. We zetten koers naar Lom, eerst een uur terug naar de 55 en toen langs de Sognefjord in oostelijke richting. Onderweg dronken we nog een kop koffie, kaneelbroodje erbij, en daarna begonnen we al snel aan een flinke stijging. De ene haarspeldbocht na de andere, hoger en hoger. Intussen ging het steeds harder regenen, er ontstond ook veel mist. Kilometers achter elkaar, bocht na bocht, waarbij je niet alleen uit moest kijken niet het ravijn in te rijden maar ook moest zorgen geen fysieke confrontatie met de naar beneden sjezende campers te krijgen. En voordat iemand denkt: wat zeuren ze toch over die campers; die vormen de overgrote meerderheid van het verkeer hier. Eén op de tien auto’s is van een Noor, de rest van Nederlanders en Duitsers. Daarvan is dan weer één op de negen een personenauto. Echt waar. Op een doorsneeweg is dat allemaal geen probleem, maar in die haarspeldbochten zorgt het voor behoorlijk vervelende momenten. Vooral als de bestuurder niet op de hoogte is van de ‘stijgend verkeer heeft voorrang’-regel.

Maar goed, op een gegeven moment waren we dan toch helemaal boven. En, ondanks het noodweer, het was fantastisch! Ja, het was jammer dat we er niet uit konden om foto’s te maken, maar desondanks genoten we voor tien. Wat een landschap. We konden er haast geen genoeg van krijgen. Alsof die slagregens voor een extra dimensie zorgden.

Na een uur of drie kwamen we weer beneden, en ook deze keer ging dat veel geleidelijker dan omhoog. Net als bij de tocht van Aurland naar Laerdal is het dan ook hier aan te raden om vanuit Lom naar de Sognefjord te rijden als je geen fan bent van urenlang haarspeldbochten rijden.

In Lom, het regende nog steeds, zochten we bij de eerste de beste camping naar een cabin. Het was nogal een groot en toeristisch gebeuren daar. De cabin die we toegewezen kregen zou je echter nog niet eens als kippenhok willen gebruiken. Ja, er stond een stapelbed en er was een kookplaatje, maar dat was alles. Voor €71 vonden we dat geen goed idee, dus leverden we de sleutel weer in. Nadat we ons geld hadden teruggekregen probeerden we ons geluk een paar kilometer verderop, en ja hoor, prijs! We zitten nu in een hele ruime hut, heerlijke hoekbank, goed ingericht keukentje, met eigen sanitair , op een rustige plek. De eigenaar spreekt alleen Noors, maar kon toch net enigszins verstaanbaar ‘Cees Verkerk’ uitspreken, wat ons natuurlijk direct vrienden voor het leven maakte. En dat alles voor maar €9 meer.


Ons mini-hutje in Gjerde, dat er
kleiner uitziet dan het is




De volledig geoutilleerde keuken
voor verregende kampeerders


De verblijfsruimte


Twee foto's vanuit de auto



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Nabeschouwing

Hierboven de route zoals we hem uiteindelijk gereden hebben. Op de teller kwamen we net iets boven de 3000 km uit. Dat komt natuurlijk omdat...