zaterdag 25 juni 2022

Zaterdag 25 juni -dag 5: Eikhamrane – Aurland

Er is een nieuwe hype in campingland. Een béétje globetrotter laat de camper of de koepeltent links liggen: een daktent, dat is het helemaal! Je herkent de trot se bezitter aan een auto met imperiaal waarop een grote, vierkante zeildoeken bak. En zeg nou zelf, dan waan je je toch op safari ergens in Afrika? (Vraag: wat doe je dan eigenlijk in Noorwegen??) Goed, je hebt hem net opgebouwd, slaapzakken erin, laddertje eraan gehangen, gezellig snoertje met lichtjes eraan. Shit, de koffie vergeten. Alles er weer uit, de boel inklappen. Hoes eromheen, vastzetten. Naar de supermarkt. Koffie gekocht. Terug op het terrein, plaats weg – je was vergeten hem te markeren met je campingtafel. Nieuwe plek zoeken. Alleen nog plek tussen een paar campers. Geen uitzicht. Toch maar opnieuw opgebouwd. Klaar! Hèhè, tijd voor een biertje. Waar is het bier eigenlijk? Wel gloeiende g…..
En zo vermaken wij ons natuurlijk wel. Gewoon kijken naar wat er gebeurt op zo’n camping.

Vanmorgen mochten zij naar óns kijken. We pakten alles namelijk weer in om de volgende stap te zetten. Die er iets anders uitzag dan oorspronkelijk gepland. In dat plan was het de bedoeling geweest om naar Alesund te gaan, via pontjes, bruggen en ongetwijfeld ook tunnels. Maar telkens weer worden we erin bevestigd: we zijn geen mensen voor kust en water. Het is hier ontegenzeggelijk mooi, alleen denkt bijna iedereen er zo over en met iedereen bedoel ik dan vooral Duitsers en onze eigen landgenoten. Die praktisch zonder uitzondering in een grote, grotere, grootste camper rijden. Dat staat ze natuurlijk helemaal vrij, maar het zorgt ook voor flinke vertraging op de smalle bochtige wegen. En even omrijden zit er hier niet in, tenzij je wilt gaan zwemmen. Alles bij elkaar namen we vanmorgen de beslissing: we richten ons meer op het binnenland. Daar zitten we nu, in Aurland. Ok, dat is óók aan een fjord, de Aurlandsfjord, maar aan de rand.

Vanaf de camping was het een half uurtje rijden naar de veerpont die ons naar Kvanndal zou brengen. Het was er bijzonder rustig, ook wel eens fijn. In twintig minuten waren we aan de overkant en konden we onze weg vervolgen. Die ons voor een groot deel door tunnels voerde, de langste van vandaag was 11,5 km. Ik schat dat we zeker 30 km lang bergen van binnen hebben kunnen bekijken.

Ons doel vandaag was camping Skresanden. We hadden begrepen dat je daar wat tentplekken had maar ook heel goed een cabin kon huren, en dat wilden we graag. Mooi op tijd kwamen we aan, na eerst nog een kort bezoekje aan de supermarkt gebracht te hebben. De eerste keer van deze vakantie. We kochten brood, broodbeleg en Griekse yoghurt. Met mijn fabuleuze Wise creditcard kon ik ook hier moeiteloos in kronen afrekenen. Echt een aanrader, die Wise! Bij de camping zelf stond een oude baas buiten zijn auto te wachten. Het bleek de eigenaar te zijn, die alleen maar Noors sprak. Gelukkig doen dan handen en voeten hun werk, en we kregen een prachtige cabin toebedeeld. Aan een riviertje, rotswanden op prettige afstand en dus niet te donker. Een pareltje!

Morgen gaan we hoog over een bergplateau, een weg die bekend staat als een van de mooiste routes (er zijn er nog een paar): de Snovegen. Dat is een tocht van zeker drie-en-een-half uur. Er is een andere optie, de Laerdaltunnel van 24,5 km. Maar dat willen we juist niet, tunnels even genoeg gezien.

Nu eerst lekker lezen, Jonathan Franzen moet er aan geloven met zijn veel besproken boek ‘Kruispunt”. O ja, bijna vergeten, geen daktent te zien hier.







2 opmerkingen:

  1. De Snovegenroute hebben wij ook gedaan. Prachtige route👍

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ja, dat zoiets moois bestaat en dat je er dan doorheen mag rijden...

    BeantwoordenVerwijderen

Nabeschouwing

Hierboven de route zoals we hem uiteindelijk gereden hebben. Op de teller kwamen we net iets boven de 3000 km uit. Dat komt natuurlijk omdat...